Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA9426

Datum uitspraak2001-01-11
Datum gepubliceerd2001-01-11
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers31023
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Vonnis d.d. 11-01-2000.- Zaaknr. 31023.- 1e blad.- ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ASSEN Vonnis van de president in het kort geding van: 1. de stichting WOONSTICHTING ACTIUM, gevestigd te 9405 KD Assen, Eemland 1, 2. stichting CHRISTELIJKE WONINGSTICHTING 'HOOGEVEEN EN OMSTREKEN', gevestigd te 7906 BS Hoogeveen, Kortewijkstraat 81, eiseressen in kort geding bij dagvaarding van 27 december 2000, advocaat mr. V.J.M. Verlinden-Masson, procureur mr. J.H. Hemmes, t e g e n de stichting STICHTING WOONCONCEPT, statutair gevestigd te 7903 AS Hoogeveen, Stephensonstraat 1, gedaagde in kort geding bij gemelde dagvaarding, advocaat mr. P.E. Mazel, procureur mr. H.J. de Ruijter. OVERWEGINGEN 1. De vordering en het procesverloop 1.1. Eiseressen hebben bij dagvaarding gevorderd dat de president bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut voor zover wettelijk toegelaten: 1. gedaagde zal verbieden de naam WONERIJE en iedere daarmee overeenstemmende naam te gebruiken voor een woonkrant of een vergelijkbare uitgave, ongeacht het medium, in de gemeenten Meppel, Hoogeveen, Westerveld en De Wolden op straffe van verbeurte van een dwangsom van fl 10.000,00 per overtreding en fl 1.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt; 2. met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure. 1.2. Ter zitting van 4 januari 2001 hebben eiseressen bij monde van haar advocaat van eis geconcludeerd overeenkomstig de dagvaarding. 1.3. Gedaagde heeft de vorderingen bestreden bij monde van haar advocaat. 1.4. Beide partijen legden pleitaantekeningen over en brachten stukken in het geding, waarna zij vonnis verzochten. 2. De feiten 2.1. Partijen zijn alle drie woning(bouw)stichtingen. Gedaagde is voortgekomen uit een fusie tussen Stichting Woondiensten Hoogeveen en de Meppeler Woningstichting. 2.2. In november 1997 hebben partijen twee overeenkomsten gesloten op grond waarvan zij met ingang van 1 januari 1998 de woonruimteverdeling in de regio Zuidwest-Drenthe gezamenlijk uitvoeren. Onderdeel van de samenwerking is de tweewekelijkse uitgave van een gezamenlijke woonkrant onder de naam 'WONERIJE' in geheel Zuidwest-Drenthe. Deze is uitgebracht met ingang van 1 januari 1998 tot en met december 2000. Zaaknr. 31023.- 2e blad.- 2.3. Bij brief van 15 oktober 1999 heeft gedaagde de overeenkomsten met eiseressen opgezegd tegen 31 december 2000. 2.4. Gedaagde heeft aangekondigd na 31 december 2000 een eigen woonkrant onder de naam WONERIJE te gaan uitgeven. 2.5. Eiseressen hebben hiertegen bezwaar gemaakt en gedaagde verzocht af te zien van dit voornemen, hetgeen gedaagde heeft geweigerd. 2.6. Gedaagde heeft op 28 februari 2000 op haar naam het woordmerk WONERIJE gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. 3. Het standpunt van eiseressen 3.1. Volgens eiseressen is de naam Wonerije door een werkgroep van de gezamenlijke partijen reeds op 9 september 1997 bedacht. 3.2. Eiseressen stellen dat gedaagde door het gebruik van de naam WONERIJE enerzijds inbreuk maakt op het gemeenschappelijk auteursrecht van partijen op deze naam en dat anderzijds het gebruik van deze naam voor een woonkrant die uitsluitend het woningaanbod van gedaagde bevat misleidend is voor het publiek dat gewend is in deze krant het gehele aanbod voor de gehele regio Zuidwest-Drenthe te vinden. 3.3. Voorts stellen eiseressen dat het gebruik onrechtmatig is jegens haar, doordat misbruik wordt gemaakt van de door partijen gezamenlijk onder die naam opgebouwde bekendheid en goodwill uitsluitend ten gunste van gedaagde zelf. 3.4. Het merkdepot door gedaagde is te kwader trouw geschied omdat gedaagde geen zelfstandig recht op het woord WONERIJE heeft en zij ook geen toestemming heeft verkregen van de medegerechtigden, te weten eiseressen, voor het depot op haar naam. 4. Het standpunt van gedaagde 4.1. Gedaagde stelt dat zij, althans haar rechtsvoorgangster, indertijd aan Studio R de opdracht heeft gegeven om een naam te bedenken voor een nieuwe woonkrant die al dan niet in samenwerking met eiseressen zou worden uitgegeven. Vervolgens heeft studio R in november 1997 de naam WONERIJE bedacht. Gedaagde heeft deze naam ingebracht in de samenwerking en bij beëindiging daarvan is deze aan haar teruggevallen. 4.2. Uit de tussen partijen gesloten overeenkomst blijkt niet dat partijen gezamenlijk rechthebbende zijn op het mogen uitgeven van een krant onder de naam Wonerije. 4.3. Volgens gedaagde leent één woord zich in beginsel niet voor bescherming door het auteursrecht. 4.4. In de komende Wonerijes zal duidelijk worden aangegeven dat het uitsluitend en alleen om het woningaanbod van gedaagde gaat. Er is derhalve geen sprake van misleiding van het publiek. 4.5. Gedaagde betwist dat zij misbruik maakt van de bekendheid en goodwill van Wonerije en aldus onrechtmatig handelt. 4.6. Er is geen sprake van een depot te kwader trouw. 5. De beoordeling 5.1. Partijen twisten over de vraag of gedaagde recht heeft op het gebruik van de naam WONERIJE voor een door haar uit te geven nieuwe woonkrant. Eiseressen menen van niet waarbij zij zich baseren op een gemeenschappelijk auteursrecht van partijen op deze naam. Gedaagde betwist dat voldaan is aan de vereisten om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen. Zaaknr. 31023.- 3e blad.- 5.2. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is het belangrijkste vereiste voor auteursrechtelijke bescherming van een werk dat het werk 'een eigen, oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt'. In het onderhavige geval gaat het volgens eiseressen om een 'werk' dat bestaat uit een naam van een periodiek. Erkenning van auteursrecht op een enkel woord als WONERIJE is niet uitgesloten, maar er moet dan wel sprake zijn van originaliteit. Dit geldt niet voor het woord WONERIJE dat een bestaand Drents woord is, zodat dit niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. 5.3. Gedaagde beroept zich op haar recht op het door haar op 28 februari 2000 gedeponeerde merk WONERIJE. Voor titels van periodieken, voor zover deze voldoende onderscheidend vermogen hebben, geldt dat deze veelal als merken worden beschouwd en beschermd. Naar voorlopig oordeel is de titel WONERIJE een teken, dat is te beschouwen als een merk in de zin van artikel 1 van de Benelux-Merkenwet. Eiseressen hebben weliswaar betoogd dat het een depot te kwader trouw betreft, maar zolang zij hiertegen geen actie hebben ondernomen wordt goede trouw verondersteld. 5.4. Eiseressen hebben nog gesteld dat gedaagde door het gebruik van de naam WONERIJE voor een nieuwe woonkrant onrechtmatig handelt. Zij hebben daartoe aangevoerd dat gedaagde het publiek misleidt omdat dit zal denken dat het nog steeds een uitgave betreft van partijen gezamenlijk waarin het gehele corporatieve woningaanbod van de regio Zuidwest-Drenthe staat. Voorts zou gedaagde zich schuldig maken aan ongeoorloofde mededinging. Gelet op de door gedaagde getoonde 'dummy' is de president van oordeel dat het voor het publiek duidelijk is dat het hier een nieuwe krant betreft die qua formaat en lay-out afwijkt van de 'oude' krant, die door partijen gezamenlijk werd uitgegeven. Weliswaar heeft de nieuwe krant dezelfde naam behouden maar deze staat verticaal afgedrukt in plaats van horizontaal. Bovendien heeft gedaagde toegezegd dat in de nieuwe krant duidelijk zal worden aangegeven dat het uitsluitend en alleen om het woningaanbod van gedaagde gaat, zodat het voor het publiek duidelijk moet zijn, dat in de nieuwe krant niet het gehele corporatieve woningaanbod van de regio Zuidwest-Drenthe is opgenomen. In het licht van deze omstandigheden acht de president onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van misleiding. Evenmin acht de president aangetoond dat gedaagde zich schuldig maakt aan ongeoorloofde mededinging. In de laatste gezamenlijk uitgegeven krant is uitdrukkelijk vermeld, dat partijen elk hun eigen vrijgekomen woningen zullen adverteren, waarbij bovendien is aangegeven op welke wijze dit zal gebeuren. Gedaagde heeft daarin een eigen blad aangekondigd, dat zoals hiervoor werd overwogen in aanzienlijke mate afwijkt van de door partijen gezamenlijk uitgegeven krant. Onder die omstandigheden kan voorshands niet worden aangenomen, dat sprake is van ongeoorloofde mededinging. 5.5. De vorderingen zullen derhalve worden afgewezen en eiseressen zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Zaaknr. 31023.- 4e blad.- BESLISSINGEN 1. Weigert de gevraagde voorzieningen. 2. Veroordeelt eiseressen in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van gedaagde bepaald op fl 1.550,00 voor salaris en fl 410,00 voor verschotten. Gewezen door mr. J.A. van Riessen, fungerend-president, bijgestaan door mr. N.R. Boonstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 11 januari 2001, en door de fungerend-president en de griffier voornoemd ondertekend. Typ. cdj Coll. Zaaktypering: 2e niveau: 9 3e niveau: 1 _